Het jaarlijkse Prinsjesdagonderzoek 2025 van Ipsos I&O Research, uitgevoerd voor de Nederlandse Omroep Stichting (NOS), laat zien dat het vertrouwen in de Nederlandse landelijke politiek is gekapt tot 29 %.
De cijfers, gepubliceerd op woensdag 22 october 2025, komen uit een steekproef van 1.115 respondenten via het I&O Research Panel. Drie op de tien kiezers geven aan de politiek te vertrouwen, terwijl maar liefst 68 % (heel) weinig of geen vertrouwen heeft. De daling brengt het niveau terug naar het gemiddelde van 2021‑2023, na een korte piek van 44 % direct na de aantredens van het kabinet‑Schoof in 2024.
Context en eerdere trends
Voor de ruwe daling waren er drie jaar van een geleidelijk stijgende trend, vooral onder lager en middelbaar opgeleiden die in 2024 vaak kozen voor partijen als de Partij voor de Vrijheid (PVV) en de BoerBurgerBeweging (BBB). Deze groep hoopte op een beter gehoord wordende stem in de coalitie.
De SCP (Sociaal en Cultureel Planbureau) laat echter zien dat 71 % van de Nederlanders tevreden is met de basis van de democratie – stemrecht, partijpluraliteit en vrijheid van meningsuiting – maar dat vooral de mogelijkheid om invloed uit te oefenen als ontbrekend wordt ervaren.
Resultaten van het Prinsjesdagonderzoek 2025
De belangrijkste cijfers in één oogopslag:
- 29 % geeft vertrouwen in de landelijke politiek.
- 68 % heeft weinig tot geen vertrouwen.
- 60 % beoordeelt de politiek in Den Haag als onvoldoende.
- 10 procentpunten daling onder hoger opgeleiden ten opzichte van 2024.
Een opvallende nuance is dat onder de hoger opgeleiden – doorgaans de kieskrachten van de VVD, D66 en GroenLinks‑PvdA – het vertrouwen met tien procentpunt is gedaald. De oorzaak, zo suggereert Simon Otjes van de Universiteit Leiden, is de “twee keer vallen” van het kabinet‑Schoof, wat het gevoel van politieke stabiliteit ondermijnt.
Daarbij vult David Willumsen van de Universität Innsbruck aan: "De formatie zelf blijkt een cruciale mijlpaal voor kiezers, vaak belangrijker dan de verkiezingsdag zelf."
Reacties van instituten en ondernemingen
Het INretail, brancheorganisatie voor retailondernemers, meldt dat slechts 3 % van haar leden nog vertrouwen heeft in de politiek, 24 % “enig vertrouwen” heeft en 74 % weinig of geen vertrouwen. Woordvoerder Paul te Grotenhuis noemt dit “schrikbarend” en waarschuwt dat een nieuw kabinet eerst rust en stabiliteit moet brengen.
Het actualiteitenprogramma EenVandaag van AVROTROS meldt een lichte stijging voor de PVV in de nieuwste zetelpeiling, terwijl D66 eveneens opklimt naar 16 zetels. De andere frontrunners blijven: GroenLinks‑PvdA op 25 zetels, CDA op 23, VVD op 15 en JA21 op 12.
Wat betekent dit voor de komende verkiezingen?
De vervroegde Tweede Kamerverkiezing, gepland voor dinsdag 29 october 2025, staat voor de deur. Kiezers zijn vooral bezorgd over wonen, immigratie, inkomen en de urgentie rond defensie. De SCP signaleert dat de meerderheid nu meer geld wil zien voor gezondheidszorg, onderwijs en veiligheid – minder steun voor klimaat en asielopvang, hoewel partijen als GroenLinks‑PvdA en D66 hier juist meer uitgaven voor pleiten.
Experts voorspellen dat de partij‑selectie in de komende formatie een directe impact zal hebben op het vertrouwen. Zoals Otjes en Willumsen benadrukken, kan een evenwichtig, breed gedragen kabinet de perceptie van democratische werking herstellen, zelfs als de verkiezingsuitslag zelf gemengd blijft.
Historische blik op vertrouwen in de Nederlandse politiek
Een terugblik op de afgelopen jaren laat zien dat het vertrouwen al sinds 2015 een grillig traject volgt. Na de vluchtige euforie na de 2017‑verkiezingen zakte het vertrouwen al snel onder de 30 % toen coalitieonderhandelingen stroperig verliepen. Een vergelijkbare dip zag men in 2020 tijdens de coronacrisis, toen beleidskeuzes als lock‑downs polariseerden.
De hogere cijfers in 2024 – 44 % – waren een direct gevolg van de eerste weken na de vorming van het kabinet‑Schoof. Analisten beschouwen dat moment als een "honeymoon‑phase"; zodra de eerste beleidslengte‑fouten en de val van het kabinet werden duidelijk, keerde de stemming snel terug.
Voor de lange termijn zou de sleutel liggen in het verminderen van het aantal partijen dat effectieve coalitievorming belemmert, een punt dat de SCP noemt als een structurele bedreiging voor het politieke vertrouwen.
Veelgestelde vragen
Hoe beïnvloedt het lage vertrouwen de komende verkiezingen?
Kiezers die weinig vertrouwen hebben, zijn eerder geneigd op proteststemmen uit te komen of juist op partijen die stevige hervormingen beloven. De peilingen laten een verschuiving zien richting partijen die actiever inzetten op wonen, defensie en inkomen, wat de zetelverdeling waarschijnlijk zal veranderen.
Welke groepen verliezen het meeste vertrouwen?
Met name hoger opgeleiden en retailondernemers tonen de scherpste dalingen. Volgens INretail heeft slechts 3 % van de ondernemers nog vertrouwen, terwijl de SCP meldt dat 68 % van alle respondenten weinig tot geen vertrouwen heeft.
Wat zegt de onderzoeksgemeenschap over de vorming van een nieuw kabinet?
Simon Otjes (Universiteit Leiden) en David Willumsen (Universität Innsbruck) vinden dat de formatie vaak het keerpunt is: kiezers die partijen zien die uiteindelijk in de coalitie komen, ontwikkelen een positiever beeld van de democratie, zelfs meer dan na de verkiezingsdag zelf.
Welke thema’s zullen kiezers het meest bezighouden?
Wonen, immigratie, inkomen en defensie staan bovenaan. Daarnaast blijft de zorg voor gezondheidszorg en onderwijs cruciaal, terwijl klimaat‑ en asielvraagstukken verdeeld blijven over de politieke lijnen.